Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/25.2.5
25.2.5 De activiteiten van het EESV
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS369382:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Preambule, vijfde overweging van de EESV verordening.
Hoewel in de btw de (passieve) exploitatie van een vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengsten uit te verkrijgen te beschouwen is als een (economische) activiteit, kan bijvoorbeeld van een samenwerking niet worden gesproken, indien het handelen van het EESV beperkt blijft tot het passief exploiteren van vermogensbestanddelen. Dit neemt niet weg dat een EESV verschillende functies kan hebben. Het kan dienen als kader voor coördinatie en organisatie van de activiteiten van de leden of dienen als lichaam dat op eigen naam overeenkomsten aangaat, of overheidsopdrachten of door de overheid gefinancierde programma’s uitvoert. Zie: Mededeling van de Europese Commissie, Deelneming van Europese Economische Samenwerkingsverbanden (EESV) aan overheidsopdrachten en aan met openbare middelen gefinancierde programma's, PbEG 1997 C285/17.
Art. 6 Uitvoeringswet. Wet van 28 juni 1989, houdende uitvoering van de Verordening nr. 2137/ 85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), Stb. 1989, 245.
Vanwege het ondersteunende karakter van het EESV, mogen de economische werkzaamheden van het EESV niet in de plaats treden van de economische werkzaamheid van de leden. Om dezelfde reden mag het EESV niet zelf ten aanzien van derden een vrij beroep uitoefenen en mag een EESV niet tot doel hebben winst voor zichzelf te behalen.1 Eventuele winst moet onder de deelnemers worden verdeeld. Hierin onderscheidt het EESV zich van de vereniging. Een vereniging mag juist geen winst onder haar leden verdelen.2
Hoewel noch in de EESV verordening, noch in de Uitvoeringswet EESV specifiek is bepaald dat een EESV geen zuivere kostenverdeelovereenkomst kan zijn, moet dit mijns inziens wel worden afgeleid uit het karakter van een EESV als samenwerkingsverband. Een samenwerking veronderstelt immers een activiteit van de betrokken participanten.3 Opereert een EESV louter als kostenverdeelstation, dan is het mijns inziens geen EESV, ook al is die kostenverdelende functie ondersteunend aan de economische activiteiten van de leden. Een EESV dat een louter kostenverdeelstation is, handelt in strijd het bepaalde in art. 3 lid 1 EESV verordening:
“(...) Zijn werkzaamheid (onderstreping: AvD) dient samen te hangen met de economische werkzaamheid van zijn leden en kan ten opzichte daarvan slechts een ondersteunend karakter hebben.”
De consequentie van het in strijd met art. 3 lid 1 EESV verordening handelen is, dat op grond van art. 32 EESV verordening de rechter op verzoek van een belanghebbende of het Openbaar Ministerie4 het EESV kan ontbinden. Hoe dan ook, wanneer een EESV slechts als een (passief) kostenverdeelstation is aan te merken, verricht het EESV geen economische activiteit in de zin van de btw. Daarmee is het geen zelfstandige belastingplichtige. De fiscale gevolgen van het verdelen van kosten zijn te vergelijken met die van een pot- of poolovereenkomst. Zie daarover hoofdstuk 19.