Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/25.2.7
25.2.7 Beperkingen aan het EESV
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370514:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Hoewel de tekst van de verordening dit niet specifiek bepaalt, mag een EESV mijns inziens ook niet middellijk lid zijn van een ander EESV. Art. 3 lid 2 onderdeel b EESV verordening lijkt hierop ook te duiden. Een EESV kan derhalve niet via een dochtermaatschappij deelnemen in een ander EESV. Bedacht moet worden dat de opstellers van de verordening het EESV niet als middel beschouwden om concernstructuren vorm te geven.
Art. 3 lid 2 onderdeel b EESV verordening.
Kamerstukken II 1987/88, 20 651, nr. 3 (MvT), blz. 6.
Zie hierover: Pitlo / Raaijmakers, Ondernemingsrecht, Kluwer, Deventer, 2006, blz. 77. Zie ook: M. van Olffen en P.Aj. Beks, Het Europees Economisch Samenwerkingsverband, W.Ej. Tjeenk Wil-link, Zwolle, 1990, blz. 15.
Mede vanwege de beperkingen die de EESV verordening oplegt aan het EESV, is het aantal EESV’s achtergebleven bij de verwachtingen die de Europese Commissie had (zie paragraaf 25.1). Een belangrijke beperking is dat een EESV geen lid mag zijn van een ander EESV.1 Tezamen met het verbod dat een EESV geen aandelen of deelnemingsrechten in de leden of in andere ondernemingen mag bezitten, zorgt dit verbod ervoor dat een EESV zich niet tot een houdstermaatschappij kan ontwikkelen. Een EESV kan wel als dochtermaatschappij in een concernstructuur zijn opgenomen.
Wanneer dat noodzakelijk is voor het verwezenlijken van het doel van het samenwerkingsverband, kan een EESV toch als een houdstermaatschappij optreden en aandelen houden in een niet-lid.2 Een situatie waarin deze uitzondering van toepassing is, is de situatie, waarin het samenwerkingsverband is gericht op de verkoop van bepaalde producten, die de leden voortbrengen en waarin het samenwerkingsverband door het nemen van een belang in afnemers een zekere mate van invloed wil verkrijgen in de bedrijven, die de producten afnemen.3 Alsdan houdt het EESV de aandelen of deelnemingsrechten voor rekening van de leden.
Voorts mag een EESV niet door een vennootschap worden gebruikt om een lening te verstrekken aan een bestuurder van een vennootschap of aan met hem verbonden personen, wanneer dergelijke leningen onderworpen zijn aan beperkingen of toezicht volgens het vennootschapsrecht van de lidstaten. Ook mag een EESV niet worden gebruikt voor de overdracht van goederen tussen een vennootschap en een bestuurder of met hem verbonden personen, behalve voor zover dat door het vennootschapsrecht van de lidstaten is toegestaan. Een verdere beperking van het EESV is dat het maximum aantal werknemers van een EESV vijfhonderd is.4