Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/25.5:25.5 Conclusie
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/25.5
25.5 Conclusie
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS365711:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het EESV lijkt in menig opzicht op een personenvennootschap. Het is een contractueel samenwerkingsverband, dat als een entiteit valt aan te merken, zodra het naar buiten toe optreedt. Zowel naar nationaal als naar Europees recht is het buiten twijfel, dat een EESV dat zelfstandig een economische activiteit verricht, als belastingplichtige is aan te merken. Principieel zijn er ook geen belemmeringen om een EESV tot een fiscale eenheid te laten behoren. De daartoe vereiste financiële en organisatorische verwevenheid roepen dezelfde problemen op als het geval is bij personenvennootschappen. Een bijkomende moeilijkheid in het geval van een EESV, is de territoriale begrenzing van de fiscale eenheid.
Bijzonderheden doen zich voor met betrekking tot de overdracht van het lidmaatschap door een lid. Het is mijns inziens verdedigbaar de overdracht van een lidmaatschapsrecht door een “uittredend lid” te vergelijken met die van een aandeel door een aandeelhouder in een kapitaalsvennootschap. Uitgaande van de rechtspraak van de Hoge Raad vormt de overdracht dan in beginsel geen belastbare handeling.
Een EESV kan op verschillende manieren worden gefinancierd. Vindt financiering plaats door middel van inbreng, dan geldt hetgeen ook voor personenvennootschappen geldt. Zuivere inbreng in contanten of in natura is onbelastbaar. Ook voor wat betreft het recht op aftrek van voorbelasting bestaat er een analogie. Onder omstandigheden kan zich evenwel een integratieheffing voordoen. Dit is het geval, indien een lid van een EESV de goederen die hij inbrengt, in eigen bedrijf heeft vervaardigd of ,onder ter beschikkingstelling van stoffen, heeft doen vervaardigen, terwijl hij geen (volledig) recht op aftrek van voorbelasting bezit. Strikt genomen zijn de bedrijfsdoeleinden van het EESV andere dan die van de leden. De tekst van art. 3 lid 3 onderdeel b en art. 3 lid 9 Wet OB vereist echter niet dat het goed voor zijn bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt. Voldoende is dat de goederen (in casu: het pand) door de ondernemer voor bedrijfsdoeleinden worden bestemd. Vanwege het ondersteunende karakter dat het EESV heeft, kan mogelijk betoogd worden, dat de bedrijfsdoeleinden van het EESV dezelfde bedrijfsdoeleinden zijn als die van de leden. In dat geval kan zich vanwege de inbreng een integratieheffing voordoen.
Vindt financiering plaats door middel van contributiebetalingen, dan moet niet uit het oog worden verloren, dat een contributiebetaling al snel als de vergoeding voor een wederprestatie van het EESV is te beschouwen. Wanneer de contributiebetaling niet als een bezwarende titel is te beschouwen, maar het EESV verricht wel handelingen voor de leden, dan is mogelijk sprake van een met een levering of dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde prestatie. Afgezien van de situatie waarin het EESV een goed om niet verstrekt aan een lid (hetgeen zich niet snel voor zal doen), zal echter sprake moeten zijn van het “bestemmen voor andere dan bedrijfsdoeleinden”. Aangezien het de functie van een EESV is de leden te ondersteunen, mag mijns inziens niet te snel worden aangenomen, dat een EESV, dat bijvoorbeeld om niet faciliteiten openstelt voor de leden, daarmee de betreffende goederen of diensten bestemt, respectievelijk verricht voor “andere dan bedrijfsdoeleinden”. Aan een met een levering of dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde handeling zal dus niet snel worden toegekomen.
De heffing van btw ten aanzien van een EESV verloopt naar nationaal recht niet wezenlijk anders dan naar Europees recht. De problematiek is in grote mate te vergelijken met die van de personenvennootschappen.