RvdW 2022/527
Beklag na beslag in bedrijfspand. 1. Beschikking rechtbank is te beschouwen als tussenbeschikking. 2. Verschoningsrecht advocaten in dienstbetrekking.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/01227 Bv
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:760, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:62, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2022
- Wetingang
Essentie
Beklag na beslag in bedrijfspand op (gegevensdragers met) documenten/gegevens verzonden of ontvangen door (buitenlandse) advocaten werkzaam in dienstbetrekking bij dat bedrijf. 1. De beschikking van de rechtbank is niet een beslissing van de beklagrechter als bedoeld en daarom te beschouwen als een tussenbeschikking. 2. Verschoningsrecht van (buitenlandse) advocaten in dienstbetrekking.
Samenvatting
De beschikking van de rechtbank waartegen de cassatieberoepen zich richten, houdt wat het verloop van de procedure betreft het volgende in. Bij een doorzoeking in een bedrijfspand van Shell heeft de officier van justitie onder meer (digitale gegevensdragers met daarop) documenten/gegevens (geschriften) in beslag genomen die zijn verzonden ...