RvdW 2022/491:Brandstichting (meermalen gepleegd) door in tijdsbestek van 3 maanden bij ex-schoonvader, voormalige vriend en zus van zijn vriendin auto’s en woning in brand te steken, art. 157 Sr. Discrepantie tussen strafoplegging en strafmotivering. Strafoplegging onbegrijpelijk, nu volgens dictum gevangenisstraf van 5 jaren en 8 maanden is opgelegd, terwijl hof blijkens strafmotivering heeft bedoeld gevangenisstraf van 5 jaren en 6 maanden op te leggen? HR: Om redenen vermeld in CAG, is middel terecht voorgesteld. CAG: Bedoeling hof was blijkens strafmotivering om aan verdachte een gevangenisstraf van 5 jaren en 6 maanden op te leggen. Dat strookt niet met de in dictum opgenomen gevangenisstraf van 5 jaren en 8 maanden. Het gaat hier om kennelijke misslag die HR om doelmatigheidsredenen kan verbeteren. HR verstaat ’s hofs uitspraak zo dat aan verdachte gevangenisstraf is opgelegd van 5 jaren en 6 maanden.