Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/902
Geschil over betalingsverplichting ingevolge besluit vereniging van eigenaren appartementencomplex. Rechterlijke bevoegdheid; begrip ‘verbintenissen uit overeenkomst’ in de zin van art. 7, punt 1, onder a), Verordening Brussel I-bis. Toepasselijk recht; begrip ‘overeenkomst inzake dienstverlening’ en ‘overeenkomst die een zakelijk recht op een onroerend goed tot onderwerp heeft’ in de zin van art. 4 lid 1, onder b), resp. onder c), Verordening Rome I.
HvJ EU 08-05-2019, ECLI:EU:C:2019:376 (Kerr)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
8 mei 2019
- Magistraten
J.-C. Bonichot, R. Silva de Lapuerta, C. Toader, L. Bay Larsen, M. Safjan
- Zaaknummer
C-25/18
- Conclusie
A-G J. Kokott
- Roepnaam
Kerr
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:376, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 08‑05‑2019
ECLI:EU:C:2019:86, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Bryan Andrew Kerr tegen Pavlo Postnov e.a.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door Okrazhen sad – Blagoevgrad (districtsrechter Blagoëvgrad, Bulgarije) bij beslissing van 19 december 2017.
Geschil over betalingsverplichting ingevolge besluit vereniging van eigenaren appartementencomplex. Rechterlijke bevoegdheid; begrip ‘verbintenissen uit overeenkomst’ in de zin van art. 7, punt 1, onder a), Verordening Brussel I-bis. Toepasselijk recht; begrip ‘overeenkomst inzake dienstverlening’ en ‘overeenkomst die een zakelijk recht op een onroerend goed tot onderwerp heeft’ in de zin van art. 4 lid 1, onder b), resp. onder c), Verordening Rome ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.