Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1005
Verduistering en valsheid in geschrift. 1. Aanvang termijn van art. 66 lid 1 Sr voor indiening klacht in geval van verduistering. 2. Reactie hof op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt inzake betrouwbaarheid verklaring aangever. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 24-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1411
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03162
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1411, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:676, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2019
Essentie
Verduistering en valsheid in geschrift. 1. Aanvang termijn van art. 66 lid 1 Sr voor indiening klacht in geval van verduistering. 2. Reactie hof op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt inzake betrouwbaarheid verklaring aangever. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/03162
Datum 24 september 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 22 juni 2017, nummer 21/002783-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953,
hierna: de verdachte.