Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 474
HR, 24-03-2009, nr. 01905/07
HR 24-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0510
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01905/07
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BH0510
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH0510, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH0510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft kennelijk geoordeeld dat de in de tenlastelegging gegeven benaming ‘(varianten van) beleggingscontracten’, gelet ook op de overige inhoud van de tenlastelegging, ruimte biedt die contracten in de bewezenverklaring aan te duiden als ‘kapitaalverstrekkingscontracten’. Aldus is ’s Hofs uitleg van de op oplichting toegesneden tenlastelegging, waarin de benaming van die contracten van ondergeschikte betekenis is, met de bewoordingen daarvan niet onverenigbaar.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 28 september 2006, nummer 20/001923-04, in de strafzaak tegen: J. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.