HR, 17-03-2009, nr. 07/11281

Documentgegevens:

HR 17-03-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG6671

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 17 maart 2009
Magistraten: Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
Zaaknummer: 07/11281
Conclusie: A-G Jörg
LJN: BG6671
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BG6671, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG6671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2009
Wetingang: Sv art. 258 en 261 lid 3

Essentie

Nadat een voorlopige dagvaarding is uitgebracht als bedoeld in art. 261 lid 3 Sv en het onderzoek ter terechtzitting is aangehouden, wordt onder intrekking van de voorlopige dagvaarding een nieuwe dagvaarding uitgebracht met daarin deels de in de eerste dagvaarding genoemde feiten. Het Hof heeft geoordeeld dat geen zodanige schending van beginselen van een goede procesorde heeft plaatsgehad en de verdachte evenmin zodanig is geschaad in enig rechtens te respecteren belang dat de onderhavige gang van zaken moet leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het OM dan wel tot (partiële) nietigheid van de dagvaarding. Dat oordeel getuigt niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.