Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1089
Inbeslaggenomen voorwerpen op de voet van art. 94 en 94a Sv. Bevoegdheid Rechtbank.
HR 14-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9239
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00054/06B
- Conclusie
P-G Fokkens
- LJN
AY9239
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY9239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY9239, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2005
- Wetingang
Sv art. 94; Sv art. 94a lid 2; Sv (oud) art. 552a lid 3
Essentie
Het klaagschrift ziet op zowel voorwerpen die inbeslag zijn genomen op de voet van art. 94 Sv als op inbeslaggenomen voorwerpen op grond van art. 94a Sv. De strafzaak is aanhangig in hoger beroep bij het Gerechtshof, zodat de hoofdzaak voor het Hof vervolgd wordt in de zin van art. 552a lid 3 (oud) Sv. De ontnemingszaak, in het kader waarvan voorwerpen op de voet van art. 94a lid 2 Sv inbeslaggenomen zijn, is nog bij de Rechtbank aanhangig. Op grond van art. 552a lid 3 (oud) Sv is de Rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.