Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1099
HvJ EG, 13-07-2006, nr. C-103/05
HvJ EG 13-07-2006, ECLI:EU:C:2006:471
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
13 juli 2006
- Magistraten
C.W.A. Timmermans, J. Markarczyk, P. Kuris, G. Arestis, J. KluÄka
- Zaaknummer
C-103/05
- Conclusie
A-G D. Ruiz-Jarabo Colomer
- LJN
AZ3961
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:471, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13ā07ā2006
ECLI:EU:C:2006:175, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14ā03ā2006
- Wetingang
EEX-Verord. art. 6 punt 1
Essentie
Reisch Montage AG tegen Kiesel Baumaschinen Handels GmbH
Verzoek om een prejudiciƫle beslissing krachtens art. 68 en 234 EG, ingediend door Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 2 februari 2005. Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke zaken. Uitlegging van art. 6 punt 1 EEX-Verordening. Pluraliteit van verweerders. Vordering in lidstaat ingesteld tegen in deze staat woonachtige persoon in staat van faillissement en in andere lidstaat woonachtige medeverweerder. Niet-ontvankelijkheid van vordering tegen persoon in staat van faillissement. Bevoegdheid van geadieerd gerecht ten aanzien van medeverweerder. Art. 6 punt 1 EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat in een situatie als die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.