Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1090
Executieuitlevering gedeeltelijk toelaatbaar verklaard; schending specialiteitsbeginsel niet ter beoordeling uitleveringsrechter.
HR 14-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0229
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
01844/06U
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ0229
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ0229, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
1. Aan de gedeeltelijke toelaatbaarverklaring van een ter executie van een opgelegde straf verzochte uitlevering staat niet in de weg dat de uitleveringsrechter niet in staat is te beoordelen welk deel van die straf geacht moet worden te zijn opgelegd ter zake van het feit waarvoor uitlevering kan worden toegestaan, aangezien dit ter beoordeling staat van de autoriteiten van de verzoekende Staat, die, nadat de uitlevering heeft plaatsgevonden, de tenuitvoerlegging van de straf tot evenbedoeld gedeelte moeten beperken.
2. De beantwoording van de vraag of de verzochte uitlevering moet afstuiten op een dreigende schending van het specialiteitsbeginsel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.