Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1093
Niet gerespondeerd op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt cfm art. 359 lid 2 Sv.
HR 14-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9408
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02674/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AX9408
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX9408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX9408, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Het verweer dat het OM niet-ontvankelijk is, dan wel dat verdachte moet worden vrijgesproken omdat de getuige, die bij de politie had verklaard dat verdachte hem had mishandeld, bij de R-C uitdrukkelijk heeft verklaard dat verdachte hem niet heeft mishandeld, behelst, mede gelet op de verklaring van de getuige ter zitting dat zijn verwondingen niets met verdachte te maken hadden, een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt, waarop het hof had moeten responderen.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 mei 2005, nummer 23/003333–04, in de strafzaak tegen T.M.S. Adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.