Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 913
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ten aanzien van bestanddeel ‘behulpzaam zijn bij verblijf in Nederland’ cfm art. 197a Sr.
HR 26-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8857
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01950/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AY8857
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8857, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8857, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2005
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2; Sr art. 197a
Essentie
Het verweer dat het enkele vervoeren naar een werkplek niet oplevert het ‘behulpzaam zijn bij het verblijf in Nederland’ als bedoeld in art. 197a Sr, levert een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt op in de zin van art. 359 lid 2 Sv waarop het Hof ten onrechte niet heeft gereageerd. Toch geen cassatie omdat door het uit de bewijsmiddelen blijkende vervoeren van de vreemdelingen in het kader van werkzaamheden als prostituee teneinde die werkzaamheden mogelijk te maken, sprake was van het behulpzaam zijn bij het verblijf in Nederland.
Samenvatting
Betoog raadsman stelt de rechtsvraag aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.