Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 914
Uitleg verklaring bekennende verdachte.
HR 26-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX5776
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01948/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AX5776
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX5776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX5776, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2005
- Wetingang
Essentie
Van een bekentenis als bedoeld in art. 359 lid 3 Sv is alleen dan sprake indien de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend. De beantwoording van de vraag of verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend in de zin van genoemde bepaling, is mede afhankelijk van de — in cassatie slechts op zijn begrijpelijkheid te toetsen — uitleg door de feitenrechter van de door verdachte afgelegde verklaring.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 27 april 2005, nummer 21/003359–04, in de strafzaak tegen F.Ö. Adv. mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.