Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/721
Onvoldoende bewijs zware mishandeling.
HR 31-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0768
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/01528
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BQ0768
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0768, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0768, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2011
Essentie
Onvoldoende bewijs zware mishandeling.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 2 maart 2010, nummer 22/000122-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mrs. A.M. Seebregts en B. Kizilocak, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te 's‑Gravenhage wegens ‘zware mishandeling’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden.
2.
Namens verdachte hebben mrs. A.M. Seebregts en B. Kizilocak, beiden advocaat te Rotterdam, drie middelen van cassatie voorgesteld.
3.
Het eerste middel klaagt dat niet uit de bewijsmiddelen kan worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.