RvdW 2017/545
Opiumwetdelicten en samenhangende diefstal elektriciteit. Middelen m.b.t. de vordering benadeelde partij. HR: art. 81 lid 1 RO.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/04097
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:705, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:275, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
Essentie
Opiumwetdelicten en samenhangende diefstal elektriciteit. Middelen m.b.t. de vordering benadeelde partij. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 juli 2015, nummer 22/004107-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
De verdachte is bij arrest van 14 juli 2015 door het gerechtshof Den Haag wegens 1. “medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het ...