Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 1068
EHRM, 05-07-2007, nr. 28831/04
EHRM 05-07-2007, ECLI:NL:XX:2007:BC0961
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
5 juli 2007
- Magistraten
C. Bîrsan, E. Fura-Sandström, A. Gyulumyan, E. Myjer, David Thór Björgvinsson, I. Ziemele, I. Berro-Lefèvre
- Zaaknummer
28831/04
- LJN
BC0961
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2007:BC0961, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 05‑07‑2007
- Wetingang
EVRM art. 5
Essentie
A.K. Kanzi tegen Nederland.
Geen schending art. 5 lid 3 EVRM.
Gelet op de relatief beperkte duur van de voorlopige hechtenis (3 maanden en 7 dagen) en de voortvarendheid waarmee de strafzaak tegen klager is behandeld, leveren de ernstige aanwijzingen in samenhang met de overwegingen inzake de openbare orde, relevante en afdoende gronden op voor de bevolen gevangenhouding van klager. Daarbij wordt opnieuw begrip getoond voor de vastberadenheid van de nationale autoriteiten jegens hen die actief betrokken zijn bij drugsdelicten. De mogelijke publieke onrust die zou ontstaan indien een verdachte zou worden vrijgelaten, is een legitieme ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.