Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 1070
EHRM, 12-07-2007, nr. 74613/01
EHRM 12-07-2007, ECLI:NL:XX:2007:BB5087
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
12 juli 2007
- Magistraten
P. Lorenzen, S. Botoucharova, V. Butkevych, M. Tsatsa-Nikolovska, R. Maruste, J. Borrego Borrego, R. Jaeger
- Zaaknummer
74613/01
- LJN
BB5087
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2007:BB5087, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 12‑07‑2007
- Wetingang
Essentie
Jorgić tegen Duitsland.
Jorgić is in Duitsland veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens genocide in voormalig Joegoslavië. De Duitse gerechten is universele rechtsmacht over genocide toegekend in het Duitse Wetboek van Strafrecht (par. 6 Nr. 1 (oud) Strafgesetzbuch). De interpretatie die de Duitse gerechten hebben gegeven van de toepasselijke voorschriften en regels van internationaal recht, in het licht waarvan de bepalingen van Duits recht moeten worden uitgelegd, is niet arbitrair. De gerechten hadden daarom redelijke gronden hun rechtsmacht aan te nemen teneinde klager wegens genocide te berechten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.