De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/13.5.3.3:13.5.3.3 Rol van de formulering van de veroordeling in de Meccano-casus
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/13.5.3.3
13.5.3.3 Rol van de formulering van de veroordeling in de Meccano-casus
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379182:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naar het oordeel van A-G Langemeijer bestond in beginsel ook in de casus die ten grondslag lag aan het Meccano-arrest ruimte voor een toetsing ex tunc. De grondslag die het hof voor het door zijn gegeven verbod voldoende achtte, was namelijk ook voldoende om de - ex tunc te beoordelen - nevenvoorzieningen basis te bieden.1 Toch vond de A-G in het feit dat het hof in dit verband aan het belang van Meccano kennelijk geen aandacht had besteed, geen motiveringsgebrek gelegen. Remco Toys had namelijk naar het oordeel van de A-G terecht betoogd dat de veroordeling in eerste aanleg om andere reden niet in stand kon blijven. Deze veroordeling was - in de woorden van Verkade in zijn annotatie onder het arrest - 'niet meer te redden', nu de in het dictum neergelegde bevelen uitdrukkelijk de verworpen grondslagen bevatten, zodat deze bij bekrachtiging niet meer konden worden weggelaten; een gewijzigde formulering van de veroordelingen in eerste aanleg zou daartoe noodzakelijk zijn geweest. Technisch was het eenvoudigweg dus niet mogelijk om te komen tot een bekrachtiging van de veroordeling zoals deze ten uitvoer was gelegd, zonder daaruit de door het hof niet gewenste grondslagen te filteren. In een dergelijk geval bestaat geen andere mogelijkheid dan het vonnis in eerste aanleg geheel te vernietigen en een nieuwe, anders geformuleerde veroordeling daarvoor in de plaats te stellen.2