Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF)
Artikel 32 Verjaring. Uitvoerbaarheid
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Redactionele toelichting
Dit artikel is nog niet voor alle partijen in werking getreden.Zie voor de partijgegevens het Protocol van 03-06-1999, Trb. 2002, 25.
- Bronpublicatie:
03-06-1999, Trb. 2002, 25 (uitgifte: 05-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 174 (uitgifte: 11-08-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1.
Het in werking stellen van de scheidsrechterlijke procedure heeft, wat de stuiting van de verjaring betreft, hetzelfde gevolg als dat voorzien in het materiële recht dat van toepassing is op het instellen van de vordering voor de gewone rechter.
§ 2.
De uitspraak van het scheidsgerecht kan in ieder van de Lidstaten ten uitvoer worden gelegd nadat is voldaan aan de formaliteiten die zijn voorgeschreven in de Staat waar de tenuitvoerlegging moet plaatsvinden. Toetsing van de zaak ten gronde is niet toegestaan.