De procesovereenkomst
Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.6.2.3:11.6.2.3 Tussenconclusie
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.6.2.3
11.6.2.3 Tussenconclusie
Documentgegevens:
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS389546:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Indien een partij in strijd met een verbintenis uit bevoegdheidsovereenkomst handelt door voor een bepaalde Nederlandse rechter te procederen, is zij in sommige gevallen verplicht de schade van haar wederpartij te vergoeden. Dit is ten eerste het geval indien de rechter de zaak wegens het bestaan van de overeenkomst weigert in behandeling te nemen. In dat geval dient deze partij alle redelijke proceskosten van haar wederpartij te vergoeden. Indien de rechter de zaak echter wel in behandeling neemt, staat daarmee in principe vast dat geen verbintenis is geschonden door het aanhangig maken van de procedure. Dit is slechts anders indien de rechter oordeelt dat weliswaar sprake is van een geldige bevoegdheidsovereenkomst, maar dat hierop in dit geval geen beroep kan worden gedaan omdat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Afhankelijk van de reden waarom strijd met de redelijkheid en billijkheid aan wordt genomen, zal de wederpartij dan vergoeding kunnen vragen van de extra proceskosten die zij heeft moeten maken doordat zij niet voor de aangewezen instantie heeft kunnen procederen.