Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 690
HR, 27-06-2008, nr. 08/02090
HR 27-06-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD3702
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2008
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02090
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BD3702
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD3702, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD3702, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2008
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging; weigeren contra-expertise geoorloofd?; maatstaf; motiveringseisen.
Gelet op de ingrijpende aard van de door de rechter te nemen, tot vrijheidsbeneming leidende beslissing als de onderhavige kan een verzoek tot het verrichten van een nader onderzoek door een deskundige slechts gemotiveerd worden afgewezen (HR 29 april 2005, NJ 2007, 153, m.nt. J. Legemaate).
Partij(en)
[Verzoekster], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
De officier van Justitie in het Arrondissement Haarlem, verweerder in cassatie niet verschenen.
Uitspraak
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.