Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 695
HR, 26-02-2008, nr. 01268/07
HR 26-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC3792
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 februari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01268/07
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BC3792
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC3792, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC3792, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑07‑2007
- Wetingang
Sv art. 327a
Essentie
De klacht dat alleen een verkort proces-verbaal is opgemaakt — nu in het (uiteindelijke) proces-verbaal de verklaring van verdachte ontbreekt — mist feitelijke grondslag.
Samenvatting
Verkort proces-verbaal terechtzitting hof: Dit behelst hetgeen is voorgevallen ter terechtzitting; de verklaring van verdachte is niet opgenomen.
Uitgewerkt proces-verbaal terechtzitting hof: Dit behelst aanvullingen op het verkorte proces-verbaal (zonder de verklaring van verdachte), en de mededeling: De aantekeningen van de griffier zijn zoek geraakt. Een verantwoordelijke reconstructie van hetgeen op de zitting is voorgevallen die wezenlijk meer behelst dan hetgeen is vermeld in het verkort proces-verbaal blijft daarom achterwege. De onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.