Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 691
HR, 27-06-2008, nr. C06/294HR
HR 27-06-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD1839
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/294HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BD1839
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD1839, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD1839, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2008
Essentie
Afwikkeling nalatenschap; beroep op legitieme; oud recht; berekening omvang legitimaire massa; inbreng; schenking of boedelschuld?; waarde schenking bestaande in verkoop goed tegen te lage prijs; moratoire interessen. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. R. Menschaert,
tegen
1. [Verweerster 1], te [woonplaats], verweerster in cassatie niet verschenen,
2. [Verweerster 2], te [woonplaats],
3. [Verweerster 3], te [woonplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. E. Grabandt.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 22 oktober 2002 [verweerster 1], [verweerster 2] en [verweerster 3] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.