Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 970
HR, 09-11-2007, nr. C06/156HR: Bergen
HR 09-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB3776 (Bergen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 november 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/156HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BB3776
- Roepnaam
Bergen
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB3776, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB3776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2007
Essentie
Taakverdeling tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter. Kan bij burgerlijke rechter wegens schending art. 6 EVRM en/of art. 1 Eerste Protocol schadevergoeding worden gevorderd ingeval de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die schade niet vergoedbaar heeft geoordeeld, noch o.g.v. art. 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening noch anderszins bij wege van zelfstandig schadebesluit o.g.v. de ‘egalité devant les charges publiques’? Laat formele rechtskracht van bestemmingsplan ruimte voor een vordering uit onrechtmatige daad wegens schending van opgewekt vertrouwen m.b.t. te verwachten planologische ontwikkelingen? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
1. [Eiseres 1], te [vestigingsplaats], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.