Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 972
HR, 06-11-2007, nr. 01302/06 P
HR 06-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3593
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
01302/06 P
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA3593
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA3593, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA3593, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2006
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2, 511e
Essentie
Art. 359 lid 2 Sv is ingevolge art. 511e Sv in ontnemingsprocedures van toepassing. I.c. is heeft het hof die bepaling niet nageleefd.
Samenvatting
Verweer: Het wederrechtelijk verkregen voordeel kan niet louter aan betrokkene worden toegerekend.
HR: Geen wetsbepaling schrijft met zoveel woorden voor dat de rechter op een verweer omtrent die toerekening een uitdrukkelijke beslissing moet geven. Maar cfm. art. 511e Sv is op de behandeling van een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ook art. 359 lid 2 Sv van toepassing. In art. 511g Sv jo ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.