Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/325
Warmtewet. Mocht de verhuurder in de periode 2014-2019, bij de berekening van door de huurder te betalen kosten voor levering van warmte door middel van blokverwarming, toepassing geven aan correctiefactoren, zoals voor afgifte van warmte door leidingen?
HR 12-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:373
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/05577
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Energierecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:373, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:926, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2019
Essentie
Warmtewet. Mocht de verhuurder in de periode 2014-2019, bij de berekening van door de huurder te betalen kosten voor levering van warmte door middel van blokverwarming, toepassing geven aan correctiefactoren, zoals voor afgifte van warmte door leidingen?
Partij(en)
Stichting Elan Wonen, te Haarlem, eiseres tot cassatie, hierna: Elan, adv.: mr. J.H.M. van Swaaij,
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1. Inleiding en procesverloop
1.1
Deze zaak betreft de Warmtewet zoals deze heeft gegolden in de periode vanaf 1 januari 2014 tot 1 juli 2019. Een verhuurder die tevens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.