Rechtspraak van de Week (RvdW)
Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/330:Opzettelijk onjuist doen van aangifte inkomstenbelasting (art. 69 lid 2 AWR). 1. Heeft verdachte opzet gehad op onjuist doen van belastingaangifte? 2. Heeft door verdachte gepleegd feit ertoe gestrekt dat er te weinig belasting is geheven? HR: art. 81 lid 1 RO.
RvdW 2021/330
Opzettelijk onjuist doen van aangifte inkomstenbelasting (art. 69 lid 2 AWR). 1. Heeft verdachte opzet gehad op onjuist doen van belastingaangifte? 2. Heeft door verdachte gepleegd feit ertoe gestrekt dat er te weinig belasting is geheven? HR: art. 81 lid 1 RO.
Documentgegevens:
HR 09-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:355
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 maart 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/05809
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal strafrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:355, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/05809
Datum 9 maart 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 december 2019, nummer 21/001316-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
hierna: de verdachte.
Conclusie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.