Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee
Artikel 140 Het belang van de mensheid
Geldend
Geldend vanaf 16-11-1994
- Bronpublicatie:
10-12-1982, Trb. 1984, 55 (uitgifte: 22-06-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-11-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1996, Trb. 1996, 272 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De werkzaamheden in het Gebied worden, zoals uitdrukkelijk bepaald in dit Deel, verricht in het belang van de gehele mensheid, ongeacht de geografische ligging van de Staten en of deze kuststaten dan wel Staten zonder zeekust zijn; in het bijzonder wordt rekening gehouden met de belangen en behoeften van de ontwikkelingsstaten en van volken die nog niet hun algehele onafhankelijkheid of een andere vorm van zelfbestuur hebben verworven, zoals erkend door de Verenigde Naties overeenkomstig resolutie 1514 (XV) van de Algemene Vergadering en andere desbetreffende resoluties van de Algemene Vergadering.
2.
De Autoriteit voorziet in een billijke verdeling van financiële en andere economische baten, opkomend uit werkzaamheden in het Gebied, via passende regelingen en op non-discriminatoire grondslag, overeenkomstig artikel 160, tweede lid, letter f, onder (i).