Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/179:179 Conclusie stelplicht en bewijsaanbod verweerder
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/179
179 Conclusie stelplicht en bewijsaanbod verweerder
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691718:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Over de gehele linie kunnen de eisen die aan de stelplicht en onderbouwing van de partij die een bevrijdend verweer voert, gelijk worden gesteld aan de eisen die gelden voor de stelplicht van eiser met bewijslast; zij het dat de eisen die kunnen worden gesteld aan een bewijsaanbod in specifieke gevallen (het bewijsaanbod betreft subjectieve elementen die zich bevinden in het domein van de wederpartij of betreft feiten waarop onvoldoende door de feitelijk betrokkenen is gerespondeerd) minder streng zijn. De partij die een bevrijdend verweer voert, zal zich bewust moeten zijn welk rechtsgevolg zij wil inroepen en welke bestanddelen zij zal moeten vermelden om aan haar stelplicht (gekoppeld aan de ingeroepen rechtsgrond) te voldoen. Die partij heeft net zoals eiser met bewijslast, stelplicht ten aanzien van alle elementen die leiden tot het aannemen van een rechtsgrond (gekoppeld aan het ingeroepen rechtsgevolg).
Daarnaast heeft verweerder een bewijsaandraagplicht en zal hij een (zelfstandig) bewijsaanbod moeten doen.