Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/454
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Procesrecht. Contractenrecht. Afwijzing gecedeerde vorderingen uit geldleningen op onderwijsinstelling. Klachten over devolutieve werking, bewijslastverdeling en uitleg vaststellingsovereenkomst.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:630
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/03479
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:630, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1185, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Procesrecht. Contractenrecht. Afwijzing gecedeerde vorderingen uit geldleningen op onderwijsinstelling. Klachten over devolutieve werking, bewijslastverdeling en uitleg vaststellingsovereenkomst.
Partij(en)
ARREST In de zaak van CARIBBEAN HEALTH HOLDING LLC, gevestigd te Coral Gables, Florida, Verenigde Staten van Amerika, VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep, hierna: CHH, advocaten: J.A.M.A. Sluysmans en N. van Triet, tegen ST. MARTINUS UNIVERSITY N.V., gevestigd in Curaçao, VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep, hierna: SMU, advocaten: J.W.H. van Wijk en P.J. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.