Einde inhoudsopgave
Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties
Aanhangsel XVII Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling
Geldend
Geldend vanaf 15-09-1987
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van toepassing op de gespecialiseerde organisatie. De Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling heeft medegedeeld dat zij de standaardbepalingen van het Verdrag zoals gewijzigd bij Aanhangsel XVII aanvaardt en dat zij zich verbindt tot nakoming van de paragrafen 8, 18, 22, 23, 24, 31, 32, 42 en 45 van het Verdrag en paragraaf 1, letter c, van Aanhangsel XVII.
- Bronpublicatie:
03-07-1987, Trb. 1987, 194 (uitgifte: 23-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-09-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-1987, Trb. 1987, 194 (uitgifte: 23-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De standaardbepalingen zijn van toepassing op de Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (hierna te noemen ‘de Organisatie’) met inachtneming van de volgende wijzigingen:
- 1
- (a)
Deskundigen (behalve de functionarissen vallend onder artikel VI) die een functie uitoefenen in commissies van de Organisatie of zendingen vervullen voor de Organisatie worden de volgende voorrechten en immuniteiten toegekend voor zover deze noodzakelijk zijn voor een doeltreffende uitoefening van hun functie, met inbegrip van de tijd gebruikt voor reizen in verband met de uitoefening van hun functie in die commissies of het vervullen van die zendingen:
- (i)
immuniteit van persoonlijke arrestatie of gevangenhouding en van inbeslagneming van hun persoonlijke bagage;
- (ii)
met betrekking tot door hen in de uitoefening van hun officiële functie gesproken of geschreven woorden of door hen verrichte handelingen, vrijstelling van elke vorm van rechtsvervolging; deze immuniteit blijft toegekend ook wanneer de betrokken personen niet langer hun functies in de commissies van de Organisatie uitoefenen of zendingen vervullen voor de Organisatie;
- (iii)
dezelfde faciliteiten met betrekking tot beperking nopens geld of het wisselen van geld en met betrekking tot hun persoonlijke bagage als worden toegestaan aan functionarissen van vreemde regeringen die met een tijdelijke officiële zending zijn belast;
- (iv)
onschendbaarheid van alle papieren en stukken;
- (v)
het recht codes te gebruiken en stukken en correspondentie te ontvangen per koerier of in verzegelde zakken voor hun verkeer met de Organisatie.
- (b)
In verband met de bepalingen van het eerste lid, onderdeel (a), sub-paragrafen iv en v, hierboven is het in de laatste zin van paragraaf 12 van de standaardbepalingen neergelegde beginsel van toepassing.
- (c)
Voorrechten en immuniteiten worden aan de deskundigen van de Organisatie toegekend in het belang van de Organisatie en niet voor het persoonlijk voordeel van de individuele deskundigen. De Organisatie heeft het recht en de plicht afstand te doen van de immuniteit van een deskundige in elk geval waarin naar haar mening de immuniteit de loop van het recht in de weg zou staan en waarin van de immuniteit afstand kan worden gedaan zonder de belangen van de Organisatie te schaden.
- 2.
De in paragraaf 21 van de standaardbepalingen genoemde voorrechten, immuniteiten, vrijstellingen en faciliteiten worden eveneens toegekend aan elke plaatsvervangend Directeur-Generaal van de Organisatie.