Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1123
Procesrecht. Ontvankelijkheid hoger beroep; beroepschrift per fax ingekomen met blanco blz., art. 33 lid 3 Rv.
HR 16-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1641
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. de Groot, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
19/04124
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:441, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1153, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1641, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:568, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2019
- Wetingang
Art. 33 Rv
Essentie
Procesrecht. Ontvankelijkheid hoger beroep; beroepschrift per fax ingekomen met blanco blz., art. 33 lid 3 Rv.
Samenvatting
Uit art. 33 lid 3 Rv volgt dat de ontvangst van een bericht op een faxapparaat van de griffie van het gerecht voldoende is om de fax van het bericht als door het gerecht ontvangen aan te merken, nu het gerecht de verantwoordelijkheid voor dat apparaat draagt als bedoeld in die bepaling. Een storing of defect van dat apparaat waardoor het bericht niet wordt uitgedraaid, komt niet voor risico van degene die het desbetreffende stuk indient. Indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.