Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/484
Profijtontneming. Hoofdelijke betalingsverplichting voor voordeel verkregen uit medeplegen opzettelijk handelen in strijd met Opiumwet niet gemotiveerd.
HR 02-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:381
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/00271
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:381, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:99, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2019
Essentie
Profijtontneming. Hoofdelijke betalingsverplichting voor voordeel verkregen uit medeplegen opzettelijk handelen in strijd met Opiumwet niet gemotiveerd.
Partij(en)
2 april 2019
Strafkamer
nr. S 18/00271 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 januari 2018, nummer 22/000320-15, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij uitspraak van 4 januari 2018 de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.