Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 12 ter
Geldend
Geldend vanaf 27-11-2010
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 311 (uitgifte: 26-11-2010, regelingnummer: 1080/2010)
- Inwerkingtreding
27-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 311 (uitgifte: 26-11-2010, regelingnummer: 1080/2010)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 15, moet de ambtenaar die voornemens is om, al dan niet tegen beloning, enige nevenactiviteit uit te oefenen of enigerlei opdracht buiten de Unie te vervullen, daartoe machtiging vragen aan het tot aanstelling bevoegde gezag. Deze machtiging wordt alleen geweigerd wanneer de activiteit of opdracht van dien aard is dat de ambtenaar erdoor wordt gehinderd in de uitoefening van zijn functie of wanneer de activiteit of opdracht niet verenigbaar is met de belangen van de instelling.
2.
De ambtenaar stelt het tot aanstelling bevoegde gezag in kennis van iedere wijziging van bovenbedoelde activiteit of opdracht die zich voordoet nadat hij overeenkomstig lid 1 machtiging aan het tot aanstelling bevoegde gezag heeft gevraagd. De machtiging kan worden ingetrokken als de activiteit of de opdracht niet meer voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de laatste zin van lid 1.