Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/700
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Executiegeschil. Is appelgrens van art. 332 lid 1 Rv van toepassing in geval van executiegeschil in de zin van art. 438 lid 2 Rv?
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:876
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
17/02417
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:876, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Executiegeschil. Is appelgrens van art. 332 lid 1 Rv van toepassing in geval van executiegeschil in de zin van art. 438 lid 2 Rv?
Partij(en)
8 juni 2018
Eerste Kamer
17/02417
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],voorheen wonende te [plaats], thans te [woonplaats],EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.E. Bruning,
t e g e n
1. N.V. UNIVÉ ZORG,gevestigd te Arnhem,
2. LANDELIJKE ASSOCIATIE VAN GERECHTSDEURWAARDERS B.V.,gevestigd te Stadskanaal,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.