Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/702
Medeplegen diefstal van fiets bij zwembad behoeft nadere motivering.
HR 22-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:741
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/04166
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:741, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑06‑2017
- Wetingang
Art. 47 lid 1 onder 1°, art. 311 lid 1 onder 4° Sr
Essentie
Medeplegen diefstal van fiets bij zwembad behoeft nadere motivering. Ten aanzien van de rol van verdachte bij de diefstal kan uit de bewijsvoering naar de kern genomen niet meer worden afgeleid dan dat hij heeft gewacht op de medeverdachte toen deze een fiets wegnam en dat hij vervolgens de scooter heeft bestuurd waarop de medeverdachte achterop plaatsnam terwijl deze nog steeds de fiets op zijn schouder had. Nu zo’n gedraging doorgaans met medeplichtigheid in verband wordt gebracht, behoeft ’s hofs oordeel dat deze gedraging als het ‘medeplegen’ van diefstal kan worden aangemerkt nadere motivering.
Partij(en)
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.