Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/723
Antilliaanse zaak. Medeplegen uitvoer cocaïne vanuit Curaçao naar Nederland. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:844
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/02912 A
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:844, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2018
Essentie
Antilliaanse zaak. Medeplegen uitvoer cocaïne vanuit Curaçao naar Nederland. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
5 juni 2018
Strafkamer
nr. S 17/02912 A
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 16 maart 2017, nummer H 177/2015, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.