Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 149
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase. Strafvermindering.
HR 05-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3531
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/03970
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BK3531
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3531, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK3531, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2009
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase. Strafvermindering.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 10 december 2007, nummer 22/001102-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. E.P. Vroegh, te Haarlem.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E.P. Vroegh, advocaat te Haarlem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.