Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 137
Uit het doen van art. 12 Sv-beklag kan worden afgeleid dat klacht in de zin van art. 164 lid 1 Sv is gedaan.
HR 05-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3501
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/00570
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BK3501
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3501, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK3501, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2009
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft mede uit de omstandigheid dat de aangeefster beklag als bedoeld in art. 12 Sv heeft gedaan, afgeleid dat zij de bedoeling had dat een vervolging tegen de verdachte zou worden ingesteld. Hierin ligt besloten dat het Hof heeft geoordeeld dat zij een klacht in de zin van art. 164, eerste lid, Sv heeft gedaan. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 2 november 2007, nummer 20/004861-06, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.