Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 143
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase. Strafvermindering. Overigens: art. 81 RO.
HR 05-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3489
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/13427
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BK3489
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3489, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK3489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2009
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase. Strafvermindering. Overigens: art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 november 2007, nummer 23/005681-04, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. J. Boksem, te Leeuwarden.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.