Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/176
Ontoereikend bewijs medeplegen opzettelijk handelen in strijd met voorschriften vergunning.
HR 07-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:24
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 januari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/00624
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Omgevingsrecht / Handhaving
Bijzonder strafrecht / Milieustrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:24, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2085, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2012
- Wetingang
Art. 47 Sr; Art. 18.18 Wet milieubeheer
Essentie
In de bewijsvoering is vastgesteld dat verdachte een inrichting in werking had waarvoor een milieuvergunning was afgegeven en dat de daaraan verbonden voorschriften niet werden nageleefd. Daaruit kan niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het overtreden van de vergunningsvoorschriften in zijn inrichting noch dat hij de bewezenverklaarde gedragingen tezamen en in vereniging met een ander heeft verricht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 10 juni 2011, nummer 23/004236-10, in de strafzaak tegen: K. Adv. mr. J.S. Nan, te Dordrecht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.