Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/164
Opschortingsrecht; maatstaf; vereiste dat tegenvordering bestaat en van dien aard is dat beroep op opschortingsrecht is gerechtvaardigd; vereiste dat het werk nog niet is opgeleverd en dat gebreken zich lenen voor herstel?; strekking opschortingsrecht.
HR 17-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:95
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/00251
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:95, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:990, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2012
- Wetingang
Art. 6:52 BW
Essentie
Opschortingsrecht; maatstaf; vereiste dat tegenvordering bestaat en van dien aard is dat beroep op opschortingsrecht is gerechtvaardigd; vereiste dat het werk nog niet is opgeleverd en dat gebreken zich lenen voor herstel?; strekking opschortingsrecht.
Nu het hof niet heeft vastgesteld in hoeverre de klachten van eiseres tot cassatie over het werk van verweerder in cassatie terecht zijn, is zijn oordeel dat het onredelijk was van eiseres om niet op het voorstel van verweerder in te gaan, onvoldoende gemotiveerd nu dat voorstel immers erop neerkwam dat eiseres haar opschortingsrecht ter zake van de betaling van de factuur van 29 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.