Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
2.7 Compensatie bij afkoop of omzetting PEB
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Gedurende de periode van 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 was het mogelijk om het in eigen beheer verzekerde deel van de opgebouwde pensioenaanspraak prijs te geven, mits de aanspraak geheel werd afgekocht of omgezet in een ODV. Prijsgegeven was mogelijk voor zover de waarde in het economische verkeer van die aanspraak hoger was dan de fiscale balanswaarde van de – bij het eigenbeheerlichaam tegenover die aanspraak staande – pensioenverplichting op het moment van prijsgeven. De in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraak moest dan tegen de fiscale balanswaarde worden afgekocht dan wel worden omgezet in een ODV.
Als de gerechtigde tot het afgekochte of omgezette pensioen1. niet de (enige) aandeelhouder van het eigenbeheerlichaam was, kon bij het prijsgeven van pensioenaanspraken sprake zijn geweest van een bevoordeling van de (andere) aandeelhouder(s) door de gerechtigde. Als gevolg van het prijsgeven kon immers de waarde van de aandelen stijgen.
Als geen passende compensatie wordt geboden, kan dit leiden tot een (belastbare) schenking van de gerechtigde tot het afgekochte of omgezette pensioen aan de (andere) aandeelhouder(s). Een schenking kan worden voorkomen doordat de (andere) aandeelhouder(s) aan de gerechtigde een passende compensatie bied(t)(en). Deze compensatie is een vervangende vergoeding aan de gerechtigde voor de waardevermeerdering van de aandelen van de (andere) aandeelhouder(s) als gevolg van het prijsgeven van de pensioenrechten door de gerechtigde. De compensatie kan kwalificeren als loon.
De situatie waarin de compensatie als loon wordt aangemerkt, terwijl het prijsgeven niet leidt tot een verhoging van de verkrijgingsprijs, acht ik een onbillijk gevolg van wetgeving. Ik keur daarom met toepassing van artikel 63 AWR (hardheidsclausule) het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende twee voorwaarden goed dat de hiervoor beschreven passende compensatie bij de gerechtigde tot het afgekochte of omgezette pensioen niet wordt aangemerkt als loon.
Voorwaarden
- a.
De geboden compensatie is passend en terug te voeren op de waardestijging van de aandelen in het eigenbeheerlichaam als gevolg van het prijsgeven van pensioenaanspraken, als bedoeld in artikel 38n, tweede lid, Wet LB, zoals dat artikel op 31 december 2019 luidde.
- b.
De compensatie leidt niet tot een verhoging van de verkrijgingsprijs van de aandelen in het eigenbeheerlichaam op grond van artikel 34e, derde lid, Wet Vpb.
De hierboven beschreven goedkeuring is van overeenkomstige toepassing in geval het eigenbeheerlichaam een stichting betreft.
Voetnoten
Dit kan ook een bijzonder partnerpensioen omvatten.