Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
6 Overgangsrecht artikel 38q Wet LB
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Indien gebruik gemaakt wordt van het overgangsrecht van artikel 38q Wet LB blijven de artikelen 18 tot en met 18ga en 19f Wet LB, alsmede de daarop gebaseerde bepalingen van toepassing, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de WTP. In die situaties blijven 7 onderdelen van het besluit van 11 december 2018, nr. 2018-28514 (Stcrt. 2018-68653), laatstelijk gewijzigd bij wijzigingsbesluit van 17 februari 2023, nr. 2023-1520, (Stcrt. 2023-6305) relevant. Deze onderdelen zijn hieronder opgenomen en gelden alleen indien en voor zover op een pensioenregeling het overgangsrecht van artikel 38q Wet LB wordt toegepast.
Onbenoemd 6.1 Uitbreiding begrip dienstjaren bij partner- en wezenpensioen op risicobasis
Onbenoemd 6.2 Bereikbaar pensioengevend loon
Onbenoemd 6.3 Fiscale behandeling van partner- en wezenpensioen op risicobasis bij beperking van de opbouwruimte
Onbenoemd 6.4 Conversie opgebouwde pensioenaanspraken met recht op indexatie
Onbenoemd 6.5 Aanwijzing van pensioenregelingen waarbij de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is ingegaan
Onbenoemd 6.6 Aanwijzing combinatie-pensioenregelingen met samenloop middelloon- en eindloonfranchise
Onbenoemd 6.7 Aanwijzing regelingen die na het verhogen van de pensioenrichtleeftijd een hoger opbouwpercentage hanteren dan het wettelijke maximum