Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
6.2 Bereikbaar pensioengevend loon
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Als de werknemer vóór de pensioendatum overlijdt, mag voor het partner- en wezenpensioen als uitgangspunt gelden het aantal dienstjaren dat de werknemer tot aan de pensioendatum had kunnen bereiken (bereikbare dienstjaren) en het bereikbaar pensioengevend loon. Het bereikbaar pensioengevend loon is het pensioengevend loon dat de gewezen werknemer binnen de voor hem vastgestelde loopbaanontwikkeling had kunnen bereiken in de functie die door hem werd uitgeoefend. Vanaf 1 januari 2015 mag het pensioengevend loon evenwel niet uitgaan boven het bedrag van artikel 18ga Wet LB. Voor de goede orde wijs ik erop dat in een middelloonstelsel het bereikbaar pensioengevend loon voor elk betreffend jaar afzonderlijk moet worden vastgesteld.
Bij de vaststelling van het bereikbaar pensioengevend loon mag men voor de diensttijd vanaf het overlijden tot aan de pensioendatum die bij in leven zijn zou hebben gegolden, rekening houden met naar redelijkheid te bepalen niet-regelmatig genoten (variabele) loonbestanddelen. Dit variabele loon kan men in ieder geval stellen op het gemiddelde variabele loon van de laatste 5 jaar voor het overlijden. Dit geldt ook voor een op risicobasis verzekerd partner- of wezenpensioen volgens het eindloonstelsel.