Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/96
Proeftijd ten onrechte drie jaren.
HR 21-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN9210
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/01619
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BN9210
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN9210, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN9210, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2010
Essentie
Proeftijd ten onrechte drie jaren.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 7 april 2009, nummer 20/003902-08, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv.: mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Machielse:
1.
De verdachte is door het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch bij arrest van 7 april 2009 wegens 1. ‘Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd’ en 2. ‘Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen’ veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.