Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/275
275 Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691765:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HR 7 juni 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0271, NJ 1991/708 (Bankmanager).
HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593, r.o. 5.6.3, NJ 2017/163 met nt. W.D.H. Asser (FAR Trading/Edco).
Tjittes & Boom 2020/17 en Valk 1993.
HR 29 september 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1827, NJ 1996/89 (Van den Bosch/Provincial), HR 24 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2635, NJ 1998/621 (W/P), HR 18 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY0543, NJ 2013/317 met nt. M.R. Mok en HR 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2574, NJ 2017/75 met nt. P. van Schilfgaarde (Bab Al-Mustaqbal RealEstate/Cordial). Daarbij kan worden gedacht aan gevallen waarin de schuldenaar goede redenen had om de vordering niet (meer) te verwachten; het gaat daarbij voornamelijk om zijn bewijspositie.
Onder omstandigheden kan de aangesproken partij een beroep doen op rechtsverwerking (een bevrijdend verweer). Indien eiser een beroep doet op een hem toekomend recht kan verweerder een beroep doen op rechtsverwerking gelet op eisers eigen voorafgaande houding of gedraging.1 De rechthebbende moet zich gedragen hebben op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van zijn recht of bevoegdheid. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de feiten en omstandigheden die tot rechtsverwerking kunnen leiden, rusten op de schuldenaar.2 Die partij doet een beroep op het feit dat het vorderingsrecht van eiser niet meer kan worden uitgeoefend; zij doet een beroep op een ander rechtsgevolg. Een beroep op rechtsverwerking komt neer op een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.3 Het enkel stilzitten van de schuldeiser of enkel tijdsverloop is onvoldoende om rechtsverwerking aan te nemen, daarvoor zijn bijkomende omstandigheden (die door de schuldenaar gesteld moeten worden) die maken dat de schuldeiser zijn recht niet meer geldend kan maken.4