Einde inhoudsopgave
Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft
Artikel 29.14 [Buitengewone bijdragen]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stb. 2024, 206 (uitgifte: 08-07-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stb. 2024, 206 (uitgifte: 08-07-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Indien binnen het Depositogarantiefonds de financiële middelen ontoereikend zijn, worden ter verkrijging van de benodigde financiële middelen buitengewone bijdragen geheven. De buitengewone bijdragen worden geheven van banken die op het moment waarop de financiële middelen in het fonds ontoereikend worden, een bank zijn als bedoeld in artikel 29.01, eerste lid.
2.
De financiële middelen binnen het Depositogarantiefonds zijn ontoereikend indien onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor:
- a.
het uitkeren van vergoedingen uit hoofde van het depositogarantiestelsel indien op grond van artikel 3:260, eerste lid van de wet is besloten tot toepassing van het depositogarantiestelsel; of
- b.
het uitkeren van het bedrag dat ingevolge artikel 3:265e van de wet ten laste van het depositogarantiestelsel beschikbaar wordt gesteld.
3.
De Nederlandsche Bank stelt de hoogte van de aan het Depositogarantiefonds verschuldigde buitengewone bijdragen vast overeenkomstig bijlage D bij dit besluit, alsmede de betalingstermijnen die daarvoor gelden. Bij de vaststelling wordt de begrenzing van de hoogte van de buitengewone bijdragen die volgt uit artikel 10, achtste lid, van de richtlijn depositogarantiestelsels in acht genomen. De Nederlandsche Bank kan overeenkomstig artikel 10, achtste lid, van de richtlijn depositogarantiestelsels de betaling van een buitengewone bijdrage opschorten indien de solvabiliteits- of liquiditeitspositie van een bank daartoe aanleiding geeft.
4.
Het Depositogarantiefonds kan, voor het geval dat de buitengewone bijdragen niet onmiddellijk beschikbaar of ontoereikend zijn, overeenkomsten aangaan tot het verkrijgen van financiering van derden. De overeenkomsten behoeven de voorafgaande instemming van Onze Minister.
5.
Het bestuur van het Depositogarantiefonds stelt een financieringsplan vast voor het verkrijgen van kortetermijnfinanciering voor het geval dat de buitengewone bijdragen niet onmiddellijk beschikbaar of toereikend zijn.